Auteur: mr K.A. van der Meulen, TTT-Group, www.ttt-group.com (kas.van.der.meulen@ttt-group.com)
Al jaren bestaan discussies over de doorwerking in belastingverdragen van nationaalrechtelijke ficties. Heeft de Hoge Raad deze discussie nu beëindigd?
In dit artikel aandacht voor het arrest van 18 november 2016 waarin de Hoge Raad beslist dat de gebruikelijkloonregeling van artikel 12a van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB 1964) niet kan worden toegepast ten aanzien van een in Portugal wonende buitenlands belastingplichtige bestuurder en aanmerkelijkbelanghouder van een Nederlandse besloten vennootschap. De vraag wanneer Nederlandse heffing over een fictief bedrag, dat (dus) hoger is dan het feitelijk aan aanmerkelijkbelanghouders uitbetaalde loon, doorwerking heeft in belastingverdragen lijkt hiermee ook te kunnen worden beantwoord.
Voor de volledige inhoud dient u in te loggen
Wilt u meer lezen en altijd op de hoogte zijn van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van grensoverschrijdend werken? Sluit een abonnement af. Heeft u al een abonnement, dan kunt u uiteraard inloggen.
Sluit een abonnement af