Evelien de Jong, Senior manager, EY Belastingadviseurs LLP te Eindhoven (evelien.de.jong@nl.ey.com)
In een recent arrest heeft het Europese Hof van Justitie bepaald dat het sociale zekerheidsstelsel van het woonland geldt in de periode tussen twee uitzendopdrachten in, mits de arbeidsovereenkomst is beëindigd(1). De zaak in kwestie was aangespannen door X, een inwoner van Duitsland en Y, een inwoner van Polen. Zowel X als Y hadden een arbeidsovereenkomst gesloten met een in Nederland gevestigd uitzendbureau. Beiden waren op basis van meerdere opeenvolgende uitzendopdrachten in Nederland werkzaam en in Nederland sociaal verzekerd. Echter, bij het einde van de uitzendopdracht, eindigde ook steeds de arbeidsovereenkomst en verrichtten X en Y geen werkzaamheden. Als gevolg hiervan oordeelde de SVB dat gedurende de periode van inactiviteit het sociale zekerheidsstelsel van het woonland van toepassing was. X bouwde zodoende geen Nederlands staatspensioen (AOW) op en Y had geen recht op Nederlandse kinderbijslag. X en Y waren het niet eens met deze conclusie en procedeerden tot aan de Centrale Raad van Beroep, die vervolgens prejudiciële vragen stelde aan het Europese Hof van Justitie. In dit artikel bespreek ik het arrest en besluit ik met de praktische gevolgen voor de praktijk.
Voor de volledige inhoud dient u in te loggen
Wilt u meer lezen en altijd op de hoogte zijn van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van grensoverschrijdend werken? Sluit een abonnement af. Heeft u al een abonnement, dan kunt u uiteraard inloggen.
Sluit een abonnement af