Auteur: Dr. Eva C. van Ooij, werkzaam als juridisch beleidsmedewerker bij de Sociale Verzekeringsbank. Deze bijdrage is geschreven op persoonlijke titel.
In de EU wonen ongeveer 9,9 miljoen EU-burgers die we tot de beroepsbevolking kunnen rekenen en in een andere lidstaat werken dan die waarvan zij de nationaliteit bezitten. Dit is de afgelopen jaren gestaag toegenomen.(1)
Ook is er meer variatie in het werken zelf. In plaats van aan één werkgever gebonden te zijn en een “levenslange” arbeidsrelatie aan te gaan, bewegen steeds meer mensen van baan naar baan, in en uit verschillende soorten arbeidsrelaties, in en uit de arbeidsmarkt of combineren zij verschillende arbeidsrelaties tegelijkertijd. Het veranderen van werkgewoontes wordt ook door een toenemende digitalisering gestimuleerd. Zo is het werken vanuit een andere plek dan het kantoor van de werkgever – zoals het telewerken(2) – ondertussen een sociaal geaccepteerde werkvorm geworden door de wereldwijde COVID-19 pandemie. Hoewel de standaard werknemer (de voltijdse werknemer met een contract van onbepaalde tijd) nog steeds de meest voorkomende werkvorm in de EU is, heeft meer flexibiliteit op de (Europese) arbeidsmarkt geleid tot een groeiende verscheidenheid aan werkvormen. Zo een flexibelere arbeidsmarkt geldt zeker ook voor Nederland.(3)
Deze bijdrage is een deelsynthese van het proefschrift getiteld Highly mobile workers and the coordination of social security in the EU: Opening and closing Pandora’s box (Eleven, 2022) en verdedigd aan de Universiteit van Maastricht in september 2022. Een diepgaandere analyse is gepresenteerd op 25 mei 2023 tijdens de Annual Conference on European Social Security Law 2023 te Trier, zie https://www.era.int/upload/dokumente/25180.pdf
Voor de volledige inhoud dient u in te loggen
Wilt u meer lezen en altijd op de hoogte zijn van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van grensoverschrijdend werken? Sluit een abonnement af. Heeft u al een abonnement, dan kunt u uiteraard inloggen.
Sluit een abonnement af