Auteur: Irene Vehring, adviseur GrensInfoPunt Aken (vehring@grenzinfo.eu)

In het eerste deel van het artikel heb ik de situatie besproken van de grensarbeider die in Nederland woont, in Duitsland werkt en invalide raakt terwijl hij in Duitsland sociaal verzekerd is. In het tweede deel van het artikel zal ik eerst de Europese regelgeving uiteenzetten. Deze is immers relevant voor iedere arbeidsongeschikte met een internationaal arbeidsverleden binnen de EU. Daarna zal ik ingaan op de gevolgen die dit heeft voor een grensarbeider die in Duitsland sociaal verzekerd is en voor de grensarbeider die omgekeerd in Duitsland woont en in Nederland op grond van zijn dienstverband sociaal verzekerd is. Tot slot zal ik nog ingaan op verschillende aandachtspunten die spelen bij invaliditeit in grensoverschrijdend verband.

Auteur: Irene Vehring, adviseur GrensInfoPunt Aken (vehring@grenzinfo.eu)

Wordt een grensarbeider geconfronteerd met (dreigende) arbeidsongeschiktheid respectievelijk invaliditeit, dan krijgt hij doorgaans te maken met Europese en nationale regelgeving. Zowel EU-recht als ook nationaal recht van de EU-lidstaten bevatten immers regels die van invloed zijn op de aanvraagprocedure van en de mogelijke aanspraak op invaliditeitsuitkering(en) in de verschillende EU-lidstaten waar de grensarbeider ooit heeft gewerkt. Voor grensarbeiders die arbeidsongeschikt raken, is het daarom bijzonder moeilijk om een overzicht te krijgen over al datgene wat bij invaliditeit in grensoverschrijdend verband komt kijken. In dit artikel, dat wordt opgesplitst in twee delen, zal ik ingaan op de regels die gelden bij ziekte en vervolgens invaliditeit die ontstaat op het moment dat men in Duitsland of in Nederland sociaal verzekerd is.

Auteur: Irene Vehring, Grenzgängerberatung bij Grenzinfopunkt Aachen-Eurode (vehring@grenzinfopunkt.eu)

Op 24 januari jl. heeft de Nederlandse Hoge Raad het arrest gewezen betreffende de vraag of in Nederland woonachtige personen die in Duitsland als "geringfügig Beschäftigte" (in de Duitse spreektaal ook wel aangeduid als "minijobbers“) werkzaam zijn geweest, voor de desbetreffende periode aanspraak kunnen maken op sociale zekerheidsregelingen in Nederland, zoals AOW of kinderbijslag. Dit arrest volgde op basis van twee eerdere arresten die het Hof van Justitie van de Europese Unie in de jaren 2015 en 2019 wees. In het onderhavige artikel wordt de historie van deze arresten uiteengezet en wordt ingegaan op de gevolgen van deze rechtspraak voor geringfügig Beschäftigte met een Nederlandse woonplaats.