Auteur: Bastiaan Didden is werkzaam bij de Belastingdienst, kantoor Buitenland en tevens verbonden aan het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility (ITEM) van Maastricht University. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven
In een eerdere recente bijdrage in dit Vakblad is ingegaan op de regeling voor vergoeding van de werkelijke extraterritoriale kosten (ET-kosten).(1) Daarbij is ook al een korte link gelegd met de mogelijkheid om dit in een vaste kostenvergoeding (ex artikel 31a, lid 4 Wet LB 1964) te gieten. In onderhavige bijdrage wordt daarop voortgeborduurd door op hoofdlijnen in te gaan op deze vaste kostenvergoeding met daarbij in het bijzonder oog voor de toepassing ervan in een internationale situatie: een in het buitenland gevestigde werkgever die met eveneens uit het buitenland afkomstige werknemers actief is in Nederland.
Auteurs: Bastiaan Didden en Paul de Win, beiden werkzaam bij de Belastingdienst, Kennis- en Expertisecentrum Buitenland. Bastiaan Didden is tevens verbonden aan het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility (ITEM) van Maastricht University. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven.
Op 13 februari 2024 heeft de Kennisgroep IBR IB niet winst/LB/PH-aanslag een standpunt (KG:041:2024:5) gepubliceerd waarin wordt aangegeven dat een buitenlandse werkgever die geen inhoudingsplichtige in Nederland is, de verplichting tot het afdragen van premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw niet kan verleggen naar een Nederlands concernonderdeel. In deze bijdrage gaan we eerst kort in op de inhoudingsplicht alvorens we de verleggingsregeling toelichten. Vervolgens besteden we aandacht aan het standpunt van de kennisgroep en ten slotte geven we aan hoe dit in de praktijk zal uitwerken.
Auteur: Bastiaan Didden, werkzaam bij de Belastingdienst, kantoor Buitenland en tevens verbonden aan het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility (ITEM) van Maastricht University. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven.
Van oudsher wordt veel aandacht besteed aan de 30%-regeling, zo ook in dit vakblad. Niet geheel verrassend gezien de vele wijzigingen die deze regeling heeft ondergaan in de recente jaren. In deze bijdrage ga ik in op de andere ‘ET-variant’: de regeling voor vergoeding van de werkelijke extraterritoriale kosten (ET-kosten) zoals opgenomen in artikel 31a, lid 2, aanhef en onderdeel e Wet LB 1964. In de praktijk kan niet alleen worden teruggevallen op deze wetsbepaling, ook een besluit, het Handboek Loonheffingen en kennisgroepstandpunten bevatten relevante informatie.(1) In deze korte bijdrage licht ik enkele highlights van de ET-kostenregeling uit. Daarbij worden actuele en relevante wetenswaardigheden meegenomen.(2)
Auteur: Bastiaan Didden, werkzaam bij de Belastingdienst, kantoor Buitenland en tevens verbonden aan het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility (ITEM) van Maastricht University. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven
In de juli-editie van dit vakblad is het eerste deel van een tweeluik verschenen over de tot dusver gepubliceerde kennisgroepstandpunten en WOO-verzoeken (Wet Open Overheid) van de Belastingdienst en het ministerie van Financiën op het terrein van internationaal wonen en werken. Daarbij is ook ingegaan op de achtergronden met betrekking tot de publicatie ervan en de werking van kennisgroepen. Afgelopen zomerperiode zijn weer diverse nieuwe relevante kennisgroepstandpunten in vraag & antwoord-vorm (V&A) en WOO-verzoeken gepubliceerd.(1) In deze overzichtsbijdrage licht ik deze kort uit, waarbij ook oog is voor relevante actualiteiten. De bijdrage is inhoudelijk afgesloten op 3 september 2023.(2)
Auteur: Bastiaan Didden, werkzaam bij de Belastingdienst, kantoor Buitenland en tevens verbonden aan het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility (ITEM) van Maastricht University. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven (bmm.didden@belastingdienst.nl)
Het zal de meeste lezers van dit vakblad niet zijn ontgaan dat met ingang van 1 april 2023 standpunten van kennisgroepen van de Belastingdienst online worden gepubliceerd. Deze standpunten geven nader invulling aan de fiscale wet- en regelgeving en zijn beoogd als handreiking voor de praktijk. Daarnaast zijn eind maart en eind mei van dit jaar documenten/memo’s gepubliceerd naar aanleiding van een verzoek op de Wet Open Overheid (WOO). Het betreft documenten die onder meer zien op artikel 15, artikel 18 en artikel 19 OESO-Modelverdrag. In een tweeluik neem ik u in vogelvlucht mee in de tot dusver gepubliceerde standpunten en documenten op het vlak van internationaal wonen en werken. Ik stip de belangrijkste aandachtspunten voor de praktijk kort aan en sta daarbij ook stil bij de betekenis en leg waar nodig linkjes met andere actualiteiten.
Auteur: Bastiaan Didden, werkzaam bij de Belastingdienst, kantoor Buitenland en tevens verbonden aan het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility (ITEM) van Maastricht University. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven.
Op 15 februari 2023 is op een themabijeenkomst voor belastingadviseurs en salarisadministrateurs door de Belastingdienst het rapport ‘buitenlandse arbeidskrachten en loonheffingen’ gepresenteerd.(1) In dit rapport wordt mede aan de hand van een centrale casus en vele praktijkvoorbeelden beschreven welke fiscale, sociaalzekerheidsrechtelijke en invorderingsaspecten om de hoek komen kijken als een in het buitenland gevestigde werkgever actief wordt in Nederland. Zowel vanuit nationaal alsook vanuit internationaal oogpunt. In deze bijdrage worden de belangrijkste take-aways op ‘heffingsvlak’ aangestipt.
Auteur: Bastiaan Didden, werkzaam bij de Belastingdienst, kantoor Buitenland en tevens verbonden aan het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility (ITEM) van Maastricht University. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven.
Op 1 januari 2023 is het wijzigingsprotocol van het belastingverdrag Nederland-Duitsland in werking getreden.(1) Het protocol behelst een drietal wijzigingen.(2) Een van de wijzigingen, artikel IV van het wijzigingsprotocol, ziet op de pensioenbepaling (artikel 17). Meer concreet heeft deze herziening betrekking op het heffingsrecht ter zake van bepaalde socialezekerheidsuitkeringen. Ten aanzien van deze uitkeringen komt het heffingsrecht nu toe aan het bronland. Aan de hand van een vergelijking tussen de situatie van vóór en na 1 januari 2023 zal deze specifieke wijziging in voorliggende bijdrage vanuit Nederlands oogpunt worden beschreven. Daarbij is vanzelfsprekend allereerst oog voor de achtergrond van deze herziening en de uitwerking in de praktijk, onder meer de vraag wat wordt verstaan onder ‘bepaalde’ socialezekerheidsuitkeringen?
Auteur: Bastiaan Didden, werkzaam bij de Belastingdienst, kantoor Buitenland en tevens verbonden aan het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility (ITEM) van Maastricht University. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven.
Inspelende op de actualiteit is de afgelopen periode in dit vakblad al ingegaan op de relevante fiscale, arbeidsrechtelijke en socialezekerheidsaspecten van de thuiswerkende grenswerker.(1) Een andere type hybride werkende is de digitale nomade. Het credo ‘working anywhere, anytime’ is op deze groep werkenden van toepassing.(2) In onderhavige bijdrage zal ik deze groep werkenden kort uitlichten, waarbij ik enkele fiscale aspecten en (Europese) ontwikkelingen op een rijtje zal zetten. Digitale nomade: wat kan er onder worden verstaan?
Auteur: Bastiaan Didden, werkzaam bij de Belastingdienst, kantoor Buitenland en tevens verbonden aan het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility (ITEM) van Maastricht University. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven.
De (hoog)lerarenbepaling is een bijzondere verdragsbepaling, in die zin dat niet in ieder door Nederland gesloten belastingverdrag een dergelijke bepaling is opgenomen en als deze bepaling wel is opgenomen, de formulering ervan van verdrag tot verdrag kan verschillen. Bij verdragstoepassing is dus oplettendheid geboden. In de voorliggende bijdrage worden op hoofdlijnen enkele relevante wetenswaardigheden aangestipt ten aanzien van (hoog)leraren die in een ander land aan de slag gaan.(1)
Auteur: Bastiaan Didden, werkzaam bij de Belastingdienst, kantoor Buitenland en tevens verbonden aan het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility (ITEM) van Maastricht University. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven.
In dit vakblad is al diverse malen aandacht besteed aan de belastingheffing over Nederlandse pensioenuitkeringen in België.(1) De casus die ik in deze bijdrage bespreek, ziet echter op een inbound-situatie in de opbouwfase. Het betreft een casus waarbij een Belgische werknemer onbeperkt (wat betreft tijdsduur) wenst te blijven deelnemen aan zijn Belgische aanvullende pensioenregeling tijdens het werken in Nederland. Op 9 april 2021 heeft de Hoge Raad arrest gewezen in deze casus.(2) In onderhavige annotatie zal ik dit arrest en enkele voor de praktijk relevante wetenswaardigheden uitlichten.