De algemene rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar het handhavingsbeleid van de Belastingdienst. Onder ander is onderzoek gedaan naar windhappers, belastingnomaden en de heffing van motorrijtuigenbelasting bij migranten. De staatssecretaris heeft op het rapport gereageerd en de meeste aanbevelingen van de algemene rekenkamer overgenomen.
Bron: rapport algemene rekenkamer handhavingsbeleid Belastingdienst van 24 november 2016, reactie staatssecretaris van Financiën van 10 november.
De herziening van de toewijzing van het heffingsrecht ter zake van inkomsten genoten door werknemers die werkzaam zijn aan boord van een schip of luchtvaartuig in het internationale verkeer treedt in werking per 1 januari 2017. De overige wijzigingen in het protocol zijn voornamelijk van technische of verduidelijkende aard.
Bron: Tractatenblad 2016/179
De Belastingdienst laat weten dat vooroverleg over de toepassing van wet- en regelgeving op het gebied van belastingen mogelijk is, ook in internationale situaties. Met name in internationale situaties is het van belang om vooraf te weten waar men aan toe is.
Bron: www.belastingdienst.nl
De verlenging van de 'terugkijkperiode' van 10 jaar naar 25 jaar bij de wijziging van de 30%-regeling per 1 januari 2012 kan volgens Gerechtshof Den Bosch door de juridische beugel.
Bron: Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 30 juni 2016, nr. 14/01092, ECLI:NL:GHSHE:2016:2665
De in België wonende B heeft de werkzaamheden namens een BVBA voor een Nederlandse onderneming verricht en niet op persoonlijke titel. De verhouding op basis waarvan de werkzaamheden zijn verricht betreft die tussen BVBA en de Nederlandse onderneming. B op zijn beurt heeft de werkzaamheden weliswaar voor belanghebbende verricht, maar dat gebeurt ten behoeve van de BVBA. Tussen B en de Nederlandse onderneming bestaat geen (fictieve) dienstbetrekking.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 29 juli 2016, BRE 15/481 tot en met 15/490
De Belastingdienst hanteert vanaf 28 november 2016 voor de aanvraag en/of deblokkering van G-rekeningen nieuwe formulieren.
Bron: belastingdienst.nl, nieuws 25 november 2016
Voor de toepassing van het arbeidsartikel van belastingverdragen gaat het Belgische Hof van Cassatie uit van de plaats waar de werknemer fysiek aanwezig is voor het verrichten van werkzaamheden. Dat geldt ook voor internationale vrachtwagenchauffeurs.
Bron: Fisconetplus, arrest Hof van Cassatie, 26 mei 2016, nr. F.15.0019.N.
Wiebes gaat in zijn antwoorden op kamervragen in op de moeilijkheden die in Nederland wonende Amerikanen ondervinden van de FATCA-regelgeving. Hij gaat o.m. in op de problematiek rondom de Amerikaans registratienummers (TIN (tax identification number) en SSN (sociale securities number)). Vaak hebben inwoners van Nederland niet zo een nummer. Ook wordt ingegaan op enkele Amerikaanse voorstellen om de problematiek voor niet-inwoners van de VS te verzachten. Inzake CRS geeft Wiebes aan dat de internationale gegevensuitwisseling dat al 100 landen zich hebben gecommiteerd om mee te werken, waaronder landen die bekend staan als “belastingparadijs”.
Bron: Brief Ministerie van Financiën, 21 november 2016, nr. 2016-0000198900
Vanaf 1 januari 2017 is het belastingverdrag met Duitsland 2012 onverkort van toepassing. De toepassing van het nieuwe verdrag kon op verzoek voor het jaar 2016 achterwege blijven. Per 1 januari 2017 wordt, kort gezegd, het bedrag van het uit Nederland ontvangen pensioen, lijfrente en/of AOW, indien dit in totaal meer bedraagt dan 15.000 euro, in Nederland belast. Woonland Duitsland geeft dan een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. De Belastingdienst informeert hierover de inhoudingsplichtigen.
Bron: belastingdienst.nl
In de Belgische senaat zijn vragen gesteld aan de Belgische Minister van Financiën over de AOW. De Belgische minister heeft al aangegeven dat de AOW alleen in België belast kan worden als er een samenhang is met een beroepswerkzaamheid. Het senaatslid stelt vervolgvragen over de AOW en vraagt zich o.m. af of Nederland en België wel hetzelfde uitgangspunt hierbij hanteren.
Bron: Belgische Senaat, rappel 16 november 2016, vraag nr. 6-1037