Auteur: Christian Theissen, werkzaam als Rechtsanwalt en Steuerberater bij STRICK Rechtsanwälte & Steuerberater (theissen@strick.de)
Sinds jaar en dag is belastingheffing over ontslagvergoedingen een hot issue in het internationale belastingrecht. Gezien een ontslagvergoeding gepaard gaat met de beëindiging van een betrekking en op de beëindiging van deze betrekking wellicht een verhuizing naar elders volgt (bijvoorbeeld door terugkeer naar het land van herkomst), zijn vaak twee landen in de belastingheffing verwikkeld: het land waarin het dienstverband bestond en het nieuwe woonland na verhuizing. Eventueel maken beide landen aanspraak op de belastingheffing. Dan rijst de vraag, welk land het recht op belastingheffing heeft en hoe hoog de ontslagvergoeding respectievelijk belast wordt.
Auteur: Heike Xhonneux, adviseur bij het grensinfopunt Euregio rijn-maas-noord en bij Gerth + Xhonneux Juristen (heike@gplusxjuristen.nl)
Op 12 januari 2017 heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant een uitspraak gewezen in een zaak over een inwoonster van Polen die gedurende de vakantie (bij de Poolse werkgever) gaat werken als seizoenskracht in Nederland. De vraag die in deze zaak beantwoord moet worden is of dit kan worden aangemerkt als werken in twee landen. Het betreft hier een zaak die is beoordeeld door de rechtbank. Uit navraag is gebleken dat er geen hoger beroep is ingesteld. In dit artikel zal eerst worden ingegaan op de feiten en omstandigheden van het geval. Daarna zal een overzicht worden gegeven van de relevante wet- en regelgeving met daarbij de conclusie van de rechtbank. Ten slotte zal ik nog een afsluitende conclusie geven.
Auteur: Dr. A.S. Cools, werkzaam bij de sectie internationaal belastingrecht van de Belastingdienst (andy_cools@hotmail.com). Het standpunt van de auteur is strikt persoonlijk.
In het eerste deel van dit artikel, dat verscheen in nummer 7, heb ik een summiere algemene bespreking inzake transfer pricing gegeven. Dat was met name van belang aangezien de (noodzaak van) doorrekening van (loon)kosten effect kan ressorteren voor toewijzing van heffingsbevoegdheid binnen artikel 15 en 16 OESO. Welnu, de toewijzing van heffingsbevoegdheid in het internationaal belastingrecht moet steeds in overeenstemming zijn met de fundamentele principes.(1) Het gaat om het source principe, threshold principe, base erosion principe, enforcement principe en de woonstaatheffing. In dit artikel wordt besproken in welke mate de doorrekening van loonkosten relevant is voor de artikelen 15 en 16 OESO.
Auteurs: mr. N. Kurt en mr. D. Reins. Mr. N. Kurt is werkzaam bij Expat Management Group in Amsterdam (kurt@expatmanagementgroup.com) (Immigratie). Mr. D. Reins is werkzaam bij TTT-Group te Amsterdam (dennis.reins@ttt-group.com) (Fiscaal).
Dit artikel is het tweede deel van het tweeluik over de inhoud en verschillen van de salarisnormen voor immigratiedoeleinden en de 30%-regeling. Hierna wordt ingegaan op de salarisnorm voor de 30%-regeling. Het betreft hier een fiscale norm en reeds daarom al is sprake van een essentieel verschil met de looncriteria die voor immigratiedoeleinden gelden. Maar er zijn nog diverse andere wezenlijke verschillen die in dit artikel verder worden benadrukt. De voorwaarden van de 30%-regeling zelf komen niet aan de orde.
Auteur: Marian Manders-Van de Vinne, werkzaam bij Boxx global expat solutions (Marian@boxx-expat.com)
Per 1 januari 2012 is de wetgeving omtrent de toepassing van de 30% regeling op een aantal punten aangepast. Eén van de aanpassingen betreft de invulling van het vereiste “specifieke deskundigheid”. De “specifieke deskundigheid” waarover een ingekomen werknemer dient te beschikken wordt vanaf 1 januari 2012 beoordeeld door middel van een salarisnorm. De ingekomen werknemer dient gedurende de gehele looptijd van de 30%-regeling te voldoen aan deze salarisnorm, ook wel aangemerkt als de continue toets.
Auteur: mr. S. Wichers, werkzaam bij EY op de afdeling People Advisory Services (Stijn.wichers@nl.ey.com)
In het Belastingplan van 2017 heeft het kabinet aangekondigd dat het voordeel uit een kapitaalverzekering eigen woning (KEW), spaarrekening eigen woning (SEW) of beleggingsrecht eigen woning (BEW) vrijgesteld is, zelfs als er niet minimaal 15 jaar (lage vrijstelling) dan wel 20 jaar (hoge vrijstelling) premie/inleg is betaald. Vanaf 1 april 2017 is deze aankondiging in wetgeving gegoten. Het vermogen uit je kapitaalverzekering, spaarrekening of beleggingsrecht eigen woning laten uitkeren: is dit fiscaal een verstandige keuze? In dit artikel schetst de auteur de oude spelregels, de reden van de wetswijziging, de nieuwe spelregels, een voorbeeld inclusief fiscale conclusie, overige aspecten en enkele tips voor de praktijk.
Het Bundesministerium der Finanzen heeft het Einkommensteuer handboek online gezet. In het handboek staan Duitse wetten, richtlijnen, beleid (BMF-schreiben), bronnen en informatie.
Bron: Bundesministerium der Finanzen, 29 juni 2017
A, een uitgezonden werknemer, heeft een samenlevingsovereenkomst gesloten met B. Ze zijn geen fiscale partners. B vergezelt A niet bij een langdurige uitzending. Ze voeren daardoor geen gezamenlijke huishouding meer. Daarmee is B voor de uitzendregeling eigen woning een derde. De woning is belast in box 3.
Bron: Rechtbank Gelderland, 21 juni 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:3209
De Europese Commissie heeft voorstellen gedaan om tussenpersonen een verplichting op te leggen om potentieel agressieve belastingstructuren met een grensoverschrijdend element door te geven aan de Belastingdienst in het land waar de tussenpersoon is gevestigd. Is de tussenpersoon niet in de EU gevestigd, dan moet de belastingplichtige de verplichting nakomen. Vervolgens informeren de Belastingdiensten de andere betrokken landen via een centrale database.
Bron: Europese Commissie, 21 juni 2017, COM(2017)335 final
De bepalingen inzake het vrij verkeer van werknemers zijn ook van toepassing op ambtenaren. De Duitse regeling die voorkomt dat Franse premies voor aanvullende pensioen- en ziektekostenverzekeringen niet aftrekbaar zijn, omdat het loon op grond van een belastingverdrag vrijgesteld is, is in strijd met het EU-recht.
Bron: Europese Hof van Justitie, zaak Bechtel, 22 juni 2017, ECLI:EU:C:2017:488