Auteur: Ursula Beste, als Steuerberaterin werkzaam op bureau vaktechniek van EY Duitsland (ursula.beste@de.ey.com)
In welk land een werknemer voor verdragstoepassing woont, is van doorslaggevend belang bij de beantwoording van de vraag welk land belasting mag heffen over de inkomsten die deze werknemer genereert met de grensoverschrijdende werkzaamheden. In haar herziene circulaire (Schreiben) van 12 december 2023(1) hanteert de Duitse Finanzverwaltung de zienswijze dat bij detacheringen van Duitsland naar andere landen de woonplaats van betrokkene in de meeste gevallen in Duitsland blijft. Andere landen zullen dit standpunt vaak niet volgen, waardoor het risico bestaat dat inkomsten gedeeltelijk dubbel worden belast. Daarnaast zal naar verwachting de administratieve lastendruk toenemen, zowel voor detacheringen van als naar Duitsland, vanwege de grote hoeveelheid informatie die nodig is om de woonplaats vast te stellen. Het BMF Schreiben is algemeen van toepassing in alle openstaande gevallen(2). Betrokken werkgevers en belastingadviseurs moeten de eisen van de belastingdienst analyseren en beslissen hoe ze deze gaan implementeren. Hieronder ga ik nader in op de details.
In Duitsland is een uitgebreid besluit gepubliceerd over de toepassing van belastingverdragen bij inkomsten uit niet zelfstandige arbeid. O.a. komen aan de orde ontslagvergoedingen, opties en dat de 30%-vergoeding belast is in Duitsland (Ruckfallklausel).
Bron: Bundesministerium der Finanzen, 12 december 2023, IV B 2 - S 1300/21/10024 :005
Duitsland en Luxemburg hebben afspraken gemaakt over uitleg van hun belastingverdrag. Het gaat over het thuiswerken van werknemers en overheidspersoneel. Het uitgangspunt is dat thuiswerken in het woonland belast is, waarbij een thuiswerkregeling dit deels voorkomt.
Bron: Bundesministerium der Finanzen, 15 januari 2024
Auteurs: Katharina Neuroth en Thomas Dillmann, respectievelijk Rechtsanwältin/ Fachanwältin für Arbeitsrecht (neuroth@alpmann-froehlich.de) en Rechtsanwalt & Partner bij Alpmann-Fröhlich (dillmann@alpmann-froehlich.de)
Werkgevers en HR-managers in Duitsland dienen in 2024 rekening te houden met de volgende wettelijke veranderingen. Onderstaand treft u een beknopte samenvatting aan van de belangrijkste wijzigingen.
De overgangsregeling voor pensioenen die gold tot 2021 door de wijziging van het belastingverdrag met Duitsland vanaf 2016 is niet van toepassing op de Nederlandse AOW-uitkering van een inwoner van Duitsland.
Bron: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 6 september 2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:2860
Auteur: Katharina Neuroth, Rechtsanwältin/Fachanwältin für Arbeitsrecht bij Alpmann-Fröhlich (neuroth@alpmann-froehlich.de)
Het concept van "Workation" (enkele weken naar een ander land reizen voor een combinatie van vakantie en werk) heeft sinds de Coronapandemie aan populariteit gewonnen, omdat werknemers steeds meer flexibiliteit en vrijheid willen in waar en wanneer ze werken. Hierbij wordt vakantie gecombineerd met werk, wat voor veel werknemers aantrekkelijk is. Voor werkgevers kan het aanbieden van Workation mogelijk een troef zijn in de strijd om talent en gekwalificeerde medewerkers. Echter, er zijn enkele juridische uitdagingen waar zowel werkgevers als werknemers rekening mee moeten houden.
Auteur: Torsten Viebahn, werkzaam als Rechtsanwalt, Fachanwalt für Arbeitsrecht bij Strick - Rechtsanwälte & Steuerberater te Kleve
Op 1 juli 2023 is in Duitsland een belangrijke en ingrijpende wijziging van de wet op grensoverschrijdende uitzendarbeid van kracht geworden. De meldingsplicht aan de autoriteiten van de Duitse Zoll (douaneadministratie) is nieuw geregeld. Voorheen moest de betreffende inlener deze meldingen doen bij grensoverschrijdende uitzendarbeid. Sinds 1 juli 2023 moet deze melding gedaan worden door de inlener, d.w.z. het uitzendbureau. § 17b AÜG (Wet inzake het ter beschikking stellen van arbeidskrachten) werd dienovereenkomstig gewijzigd.
Auteur: Ursula Beste, werkzaam als Steuerberaterin bij bureau vaktechniek EY Duitsland
Bedrijven die hun werknemers in het buitenland te werk stellen, maken met hen vaak afspraken over tax equalization: de werkgever compenseert verschillen tussen belastingheffing in binnen- en buitenland. Hij neemt eventuele fiscale nadelen voor zijn rekening, maar profiteert ook van een mogelijk gunstigere belastingheffing in het andere land. Het laatste punt blijkt echter tot problemen te leiden indien een CAO (zgn. Tarifvertrag) van toepassing is. Dit blijkt uit een arrest van de hoogste rechter in Duitsland op het gebied van arbeidsrecht, het Bundesarbeitsgericht (BAG) van 7 september 2022. Bij toepassing van een CAO heeft de werknemer recht op het bruto CAO-loon. Het is dan niet voldoende als de netto beloning (exclusief detacheringsgerelateerde beloningscomponenten) tijdens de tewerkstelling in het buitenland even hoog is als voorheen. Werkgevers die gebonden zijn aan collectieve arbeidsovereenkomsten zullen daarom hun interne detacheringsrichtlijn en detacheringsovereenkomsten nader moeten beoordelen en waar nodig moeten aanpassen om aan de arbeidsrechtelijke vereisten in Duitsland te voldoen en negatieve gevolgen te voorkomen. Uiteraard geldt dit alleen als Duits arbeidsrecht van toepassing is.
Het pensioenartikel in het belastingverdrag met Duitsland wordt niet gewijzigd naar aanleiding van klachten van in Nederland wonende pensionado's met een Duits pensioen kleiner dan € 15.000. Het verdrag pakt niet voor deze groep niet (te) onredelijk uit.
Bron: Ministerie van Financiën, 29 maart 2023
Auteur: Thomas Dillmann, LL.M., Rechtsanwalt, Fachanwalt Internationales Wirtschaftsrecht, Bau- und Architektenrecht, Notar (Amtssitz Rheine) (dillmann@alpmann-froehlich.de)
Het Bundesarbeitsgericht (hoogste rechter in arbeidszaken in Duitsland) heeft in zijn uitspraak van 16 februari 2023 verduidelijkt dat mannen en vrouwen ook dan recht op gelijke beloning hebben, wanneer de mannelijke collega beter over zijn salaris heeft onderhandeld. Dit mag volgens de rechter geen reden zijn om af te wijken van het beginsel van gelijke beloning.