Op 1 juli 2017 komt een einde aan het ‘integrale zorg op maat’-akkoord voor sociaal verzekerden in de Euregio Maas-Rijn. Deze regeling geeft direct toegang tot zorgaanbieders in de buurlanden België, Duitsland of Nederland. Voor zorg in een ander EU-land gaan dan de ‘gewone’ Europese regels gelden voor ‘geplande zorg’ via het document E112 of S2.
Bron: SVB, 1 juni 2017
De EU-ministers van Financiën zijn het eens geworden over een richtlijn die het mogelijk maakt om bij een conflict over dubbele belastingheffing een arbitragecommissie in te schakelen. Deze commissie kan ingeschakeld worden als niet binnen twee jaar de dubbele heffing is opgelost.
Bron: Raad van de Europese Unie, 23 mei 2017
Het jaarverslag van het Europese Hof van Justitie is uitgekomen. Het verslag bevat een compact overzicht over 2016 van de belangrijkste werkzaamheden en beslissingen. De meeste procedures worden vanuit Duitsland opgestart. Nederland staat op 4.
Bron: Europese Hof van justitie, 18 mei 2017
Als een verzoek om internationale gegevensuitwisseling wordt gedaan, moet het land waar de informatie van gevraagd wordt, onderzoeken of sprake is van een gerechtvaardigd ‘verwacht belang’ door het vraagland. Als een belastingplichtige weigert om mee te werken aan de gegevensverstrekking, mag hem een geldboete worden opgelegd.
Bron: Europese Hof van Justitie, 16 mei 2017, C-682/15
In Duitsland is een wetsvoorstel ingediend dat personen die in Duitsland sociaal verzekerd zijn, maar niet in Duitsland wonen een aangepaste, veelal lagere kinderbijslag moeten krijgen. Duitsland wil het woonlandbeginsel gaan toepassen. De Minister van Sociale zaken en werkgelegenheid, Asscher, gelooft niet dat Duitsland de kinderbijslag voor inwoners van Nederland die in Duitsland werken kan verlagen. Een dergelijk beleid is in strijd met het Europees recht (artikel 67 van Verordening (EG) nr. 883/2004).
Bron: Ministerie van Sociale zaken en werkgelegenheid, 11 mei 2017, kenmerk 2017/00000078106
Een inwoner van Polen die 6 maanden in Nederland werkt heeft sinds 2013 maar tijdsevenredig recht op het premiedeel van de heffingskorting. De Hoge Raad denkt dat de regeling EU-rechtelijk ‘proof’ is, maar twijfelt (geen ‘acte clair’). De Hoge Raad stelt daarom prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie.
Bron: Hoge Raad, 12 mei 2017, ECLI:NL:HR:2017:844
Het Europese Hof van Justitie heeft in de casus van de Spaanse voetbalmakelaar, die in Nederland hypotheekrenteaftrek claimt, op 9 februari 2017 beslist dat belanghebbende recht heeft op deze aftrek voor evenredig deel voor zover zijn inkomen in Nederland belast is. De Hoge Raad doet na dit arrest de zaak niet zelf af, maar verwijst naar gerechtshof Den Haag. Dit hof gaat nu uitspraak doen met in achtneming van de beslissing van het Europese Hof van Justitie.
Bron: Hoge Raad, 12 mei 2017, ECLI:NL:HR:2017:848
Een Nederlandse transportonderneming is op grond van de charterbepaling in cao niet gehouden om bij een buitenlandse transportonderneming die in onderaanneming internationaal transport uitvoert te bedingen om chauffeurs te betalen conform Nederlandse arbeidsvoorwaarden.
Bron: Gerechshof ’s-Hertogenbosch, 2 mei 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:1873
De AG van het Europese Hof van Justitie vindt dat bij de berekening van een gegarandeerd ouderdomspensioen Zweden de hoogte mag beperken tot de tijdvakken van verzekering en/of wonen dat betrokkene sociaal verzekerd was in Zweden. Ook mag met pensioeninkomsten uit een andere lidstaat rekening houden bij de berekening van het recht op een minimumouderdomsuitkering.
Bron: Conclusie AG EU HvJ, 3 mei 2017, C-189/16
Een afgegeven E-101-verklaring (sinds 1 mei 210 een A1-verklaring) is bindend voor de sociale zekerheidsorganen van de lidstaat waar het werk wordt verricht als ook voor de rechterlijke instanties van het werkland. Dat is zelfs het geval als de verklaring is afgegeven voor werkzaamheden die niet binnen de materiële werkingssfeer van de vorordening 1408/71 vallen.
Bron: Europese Hof van Justitie, 27 april 2017, C-620/15