De bij de werkmaatschappij ter zake van optredens van artiest A ingehouden bronheffing, kan niet bij A in privé worden verrekend. De vennootschap en de artiest zijn niet met elkaar te vereenzelvigen voor de verrekening van de buitenlandse bronheffing.
Bron: Hoge Raad, 24 september 2021, ECLI:NL:HR:2021:1352
Z woont als pensionado in Zweden met een overheids- en een particulier pensioen. Hij is geen kwalificerende buitenlandse belastingplichtige. Hij voldoet niet aan het 90%-criterium en bewijst niet dat hij in Zweden niet in aanmerking kan komen voor fiscale faciliteiten.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 8 september 2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:4485
A woont in Nederland. Hij ontvangt sinds 2003 een arbeidsongeschiktheidspensioen van de NATO. Vanaf zijn 65e ontvangt hij een ouderdomspensioen. Beide pensioenen zijn volledig belast in Nederland. Er is geen internationale vrijstelling van toepassing.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2 september 2021 ECLI:NL:RBZWB:2021:4448
S is Belgische en woont sinds 1969 in Nederland. In 1998 is ze gaan werken voor het Europees Octrooibureau. Omdat zij al in Nederland woonde voor de aanvang van de dienstbetrekking bij EOB is de Box 3 heffing terecht.
Bron: Rechtbank Den Haag, 22 juli 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:9858
In dit arrest wordt ingegaan op het toepasselijk arbeidsrecht bij vrachtwagenchauffeurs. In hoeverre moet de vrachtwagenchauffeur het toepasselijk recht kunnen kiezen en hoe moet het verplicht van toepassing zijnde arbeidsrecht worden verwoord?
Bron: Hof van Justitie, 15 juli 2021, ECLI:EU:C:2021:600
De inspecteur volgt een aangifte waarin Oostenrijkse loonheffing is aangegeven als een voorheffing. De inspecteur had kunnen weten dat dit fout is. De navordering is terecht. De inspecteur heeft geen nieuw feit nodig, ook niet voor een navordering van een buitenlandse voorheffing.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 23 juni 2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:3159
De EU-detacheringsrichtlijn waarborgt dat een ter beschikking gesteld werknemer de arbeidsvoorwaarden en omstandigheden van het gastland kan inroepen. Een kostenvergoeding valt daar in beginsel niet onder, tenzij deze onderdeel is van het minimumloon.
Bron: Hof van Justitie EU, 8 juli 2021, ECLI:EU:C:2021:548
Q woont in Australië en heeft in Nederland gevoetbald. Hij ontvangt een overbruggingsuitkering van het contractspelersfonds voor voetballers. De uitkering is voor de toepassing van het belastingverdrag een lijfrente. Het arbeidsartikel voor sporters is niet van toepassing.
Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 24 augustus 2021, ECLI:NL:GHARL:2021:8090
Een houder van een aanmerkelijk belang woont voor de toepassing van het belastingverdrag niet in België. De uitdeling is belast in Nederland. Hij is geen kwalificerende buitenlandse belastingplichtige omdat hij geen inkomensverklaring heeft overlegd.
Bron: Rechtbank Den Haag, 19 april 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:4083
A is in 2015 naar Costa Rica geëmigreerd, na een geschil met zijn Nederlandse werkgever. Hij heeft zich in Costa Rica beschikbaar gehouden voor werkzaamheden, maar niet feitelijk gewerkt. De A-G vindt het loon gedurende het verblijf in Costa Rica geen Nederlandse bron van inkomen.
Bron: Conclusie A-G Niessen, 11 augustus 2021, ECLI:NL:PHR:2021:754