Auteur: Thieu Rutten, pensioendeskundige met pensioen
In onderstaand artikel worden in kort bestek de meest relevante regels die het stelsel van Belgisch pensioen bepalen doorgenomen. Zo komen ondermeer inhoudingen op pensioen, de solidariteitsbijdrage, kapitaal uit een groepsverzekering, de nieuwe regeling op de grensarbeiderspensioenen en regularisatie van studieperiodes aan de orde.
Een inwoner van Nederland ontvangt in 2014 een overheidpensioen uit het Verenigd Koninkrijk van 9.998 euro. Het belastingverdrag uit 2008 wijst het heffingsrecht toe aan Nederland. Een beroep op de overgangsregeling baat niet, omdat de eerste betaling heeft plaatsgevonden na de inwerkingtreding van het verdrag, ook al zag deze eerste betaling mede op een periode voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding.
Bron: Gerechtshof Amsterdam, 9 oktober 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3916
De afgelopen twee jaar hebben 5 collectieve waardeoverdrachten van pensioen plaatsgevonden, vier naar België en een naar Luxemburg. Het ging om 4,3 miljard belegd vermogen. Voorgesteld wordt het goedkeuringsrecht van DNB te vervangen door een goedkeuring van 2/3e van de deelnemers en pensioengerechtigden.
Bron: Ministerie van SZW, 26 september en 4 oktober 2018
Het Ministerie van SZW heeft afspraken gemaakt met Griekenland over inwoners van Nederland die moeite hebben om hun Griekse pensioenaanspraken te innen. Het probleem is de identificatie, waarvoor een Grieks fiscaal nummer nodig is. Pensioengerechtigden moeten bepaalde handelingen bij de Griekse overheid verrichten, die de Nederlandse overheid niet kan doen.
Bron: Ministerie van SZW, 27 september 2018
Op 23 augustus hebben we gemeld dat de verhuizing van een pensioenfonds naar België aantrekkelijker wordt. In antwoorden op Kamervragen legt Minister Koolmees uit dat hij tegen de verschillen bij prudentieel toezicht, dekkingsgraad en internationale waardeoverdrachten niets kan doen. Daar zijn Europese regels voor. Ook gaat hij in op de herziening van de IORP-richtlijn.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 11 september 2018
Het voorgestelde Personal European Pension Plan (PEPP) is een persoonlijk pensioenproduct, dat Nederland niet fiscaal wil faciliteren. Het PEPP biedt meerwaarde voor spaarders die gedurende hun loopbaan in meerdere lidstaten werkzaam zijn. Men kan dan bij één aanbieder opbouwen. Of pensioenfondsen het product mogen aanbieden is nog in discussie binnen de EU.
Bron: Ministerie van Financiën, 5 september 2018
De antwoorden op de Kamervragen van Minister van Financiën Hoekstra vindt u hier.
Er wordt geen cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof ’s-Hertogenbosch betreffende een Nederlandse pensioenuitkering ontvangen door een inwoner van Portugal. De staatssecretaris ziet geen kans, omdat het onmogelijk is dat de Hoge Raad de uitspraak casseert wegen schending van het recht van vreemde staten. Dat is een feitelijke uitleg van het Hof, waar geen cassatie tegen mogelijk is.
Bron: Staatssecretaris van Financiën, 24 augustus 2018
De bepaling voor overheidspensioenen (art. 19, par. 2) ziet alleen op pensioenen opgebouwd in een publiekrechtelijke dienstbetrekking. Niet relevant is wie het pensioen uitbetaalt. Het zesde lid van art. 18 ziet op dezelfde dienstbetrekking waarin men werkte op het moment van arbeidsongeschikt worden. Als het zesde lid niet van toepassing is, is de hoofdregel van lid 1 van toepassing.
Bron: Hof van Cassatie, 19 april 2017, F.16.0062.N.
Pensioenconsultant AON is het gelukt om de Belgische toezichthouder op pensioenen zo ver te krijgen dat een fonds niet meer ‘fully funded’ hoeft te zijn, maar dat men tekorten binnen vijf jaar moet oplossen, voor men de pensioenen moet verlagen. Verder zijn er nog enkele voor- en nadelen in België in vergelijking met het Nederlandse toetsingskader.
Bron: Financieel Dagblad, 16 augustus
In Nederland wordt het tweede pijlerpensioen volledig uitgekeerd in de vorm van levenslange periodieke uitkeringen. In veel landen is er meer keuzevrijheid in de uitkeringsfase. Het rapport van Netspar vergelijkt de stelsels van Australië, VK, Denemarken, Zweden, Zwitserland en Nederland.
Bron: Netspar, 10 juni 2018