De A1-verklaring afgegeven door de SVB voor een in Nederland wonende werknemer werkzaam op een binnenschip varend op de Rijn, blijft van betekenis totdat deze door de SVB is ingetrokken of vernietigd. Er bestaat ook geen recht op een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor het loon.
Bron: Rechtbank Noord-Holland, 07-03-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:1745
In België moeten buitenlandse zelfstandigen en werknemers zich melden bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid alvorens een tijdelijk opdracht in België wordt uitgevoerd, de zogenoemde Limosa-meldingsplicht. Vanaf 2019 wordt dit in plaats van algemene meldingsplicht, een sectorspecifieke meldingsplicht van kracht.
Bron: Social News, openbare instellingen van Sociale Zekerheid, 14 maart 2018
De Nederlandse ziektewetuitkering van een inwoner van Spanje is belast in Nederland als loon in verband met een dienstbetrekking. Belanghebbende is over de ZW-uitkering ook premies volksverzekeringen verschuldigd in Nederland.
Bron: Gerechtshof Den Haag, 23 januari 2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:389
Auteur: Heike Xhonneux, adviseur bij het grensinfopunt Euregio rijn-maas-noord en bij Gerth + Xhonneux Juristen
Het Europese Hof van Justitie heeft recent een arrest gewezen over de werking van een A1 verklaring als sprake is van fraude. Tot op heden was door het Hof vrijwel steeds aangegeven dat het ontvangende land een door een ander land afgegeven verklaring A1 moest respecteren. Daar is nu verandering in gekomen. In dit artikel wordt deze zaak uitgebreid besproken, waarbij ook de betekenis ervan voor de praktijk aan de orde komt.
Auteur: Valérie Ramaekers, Manager bij het Grensarbeiderscentrum van EY Eindhoven (valerie.ramaekers@nl.ey.com)
Het aantal grensgangers van Nederland naar België is beperkter dan het aantal grensgangers van België naar Nederland. Toch stellen we in de praktijk een jaarlijkse stijging van deze eerste populatie vast. Dit artikel belicht hun fiscale en sociale zekerheidspositie, waarbij de mogelijkheden en barrières van deze grensoverschrijdende tewerkstelling worden beschreven. In de vorige editie is de spiegelbeeldsituatie al belicht: de grensganger van België naar Nederland.
Auteur: Sarita Vroomen, voorlichter Bureau voor Duitse Zaken, Sociale Verzekeringsbank, te Nijmegen.
In deze rubriek legt de redactie een vraag voor aan het Bureau voor Belgische of Duitse Zaken van de Sociale Verzekeringsbank. Het betreft vragen over internationale sociale zekerheid. Naast een concreet antwoord geven de Bureaus advies over hoe te handelen. De vraag die in deze editie behandeld wordt: “Op welke wijze verloopt de ziekmeldingsprocedure in het geval van grensoverschrijdende situaties tussen Nederland en Duitsland?”
Op 1 maart is een principeakkoord bereikt binnen de EU over de aanpassing van de detacheringsrichtlijn en de Sociale zekerheidsverordening 883/2004.
In een brief van 23 februari aan de Kamer wordt ingegaan op het verkorten van de detacheringstermijn in de voorgestelde richtlijn. De detacheringstermijn in de VO 883/2004 verkorten wordt niet wenselijk geacht. Ook wordt ingegaan op het indexeren van gezinsbijslagen binnen de EU.
Bron: europa-nu.nl en Brief Minster SZW, 23 februari 2018, 21501-31, nr. 477
FNV is van mening dat het lage-inkomensvoordeel (LIV) omzeild wordt door de samenloop met de uitruil van onbelaste extra-territoriale kostenvergoedingen. Koolmees ziet hierin onvoldoende aanleiding om de voorwaarden voor het LIV aan te scherpen.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 13 februari 2018, kenmerk: 2018-0000019000
Inwoners van Nederland met een uitkering van de Duitse Rentenversicherung kunnen een Duitse tegemoetkoming (Zulage) krijgen voor de in Nederland betaalde premie WLZ en bijdrage ZVW. Deze Zulage behoort tot het Nederlandse belastbare inkomen in box 1, maar wordt niet als inkomsten uit arbeid gekort op een WAO-uitkering.
Bron: Ministerie van Financiën, 15 februari 2018, kenmerk 2018-0000016354
Een inwoner van Marokko is het niet eens met de door de SVB gehanteerde korting op de AOW van 68%. Bij de behandeling van het bezwaar constateert de SVB dat de in het verleden vastgestelde feiten, zoals de vertrekdatum uit Nederland en de geboortedatum, fout waren. Gevolg is dat het AOW-pensioen nog verder verlaagd is door de SVB. Dat mag volgens de rechtbank.
Bron: Rechtbank Amsterdam, 31 mei 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:3739