Twee Oostenrijkse werknemers die ooit als zeevarenden werkten voor HAL vroegen in 2008 en 2009 een AOW-pensioen aan bij de SVB. Ze claimden recht te hebben, omdat ze op grond van de Europese sociale verzekeringsverordening verzekerd zouden zijn geweest in Nederland. Het Hof van Justitie geeft hen echter geen recht op AOW, omdat zij voor de Nederlandse werkgever werkten in een periode voordat Oostenrijk lid was van de EU en zij op basis van de toenmalige Nederlandse regels niet verzekerd waren in Nederland. De Europese verordening bestond nog niet toen ze werkten voor HAL, dus kan die niet tot AOW-rechten leiden. Ook is geen sprake van discriminatie naar nationaliteit. Zouden de werknemers wel de Nederlandse nationaliteit hebben gehad, dan waren ze indertijd wel verzekerd geweesst.
Bron: Hof van Justitie, 27 oktober 2016, C-465/14, Arrest Wieland Rothwangl
België houdt op de kapitalen van aanvullende pensioenen inhoudingen in van resp. 3,55% ten gunste van het RIZIV voor geneeskundige zorg en 2% solidartiteitsbijdrage. Als iemand niet sociaal verzekerd is in België op het moment van de inhouding op de kapitalen, is deze inhouding in strijd met het EU-recht volgens het Hof van Justitie.
Bron: Hof van Justitie, 26 oktober 2016, ECLI:EU:C:2016:802
Het formulier voor de 'inschrijving van een gastouder in het register buitenlandse kinderopvang' is gepubliceerd. Een van de voorwaarden voor een kinderopvangtoeslag is dat als een kind naar een buitenlandse kinderopvang gaat, de kinderopvang moet zijn ingeschreven in het register buitenlandse kinderopvang. Dit geldt voor dagopvang en buitenschoolse opvang in een kindercentrum en voor opvang bij een gastouder.
Bron: www.rijksoverheid.nl
Het Besluit beleidsregels SVB 2016 is een geactualiseerde versie van het besluit uit 2014. De beleidsregels worden door de SFB gepubliceerd op het internet op www.svbbeleidsregels.nl. De beleidsregels bevatten het beleid dat de SVB hanteert bij de uitvoering van de aan haar opgedragen wetten en regelingen. Ook deel II, het onderdeel internationaal, is op een aantal punten gewijzigd.
Bron: Staatscourant, 5 september 2016, 45608
Een inwoner van Nederland die een pensioen uit Duitsland ontvangt en in Nederland sociale zekerheidspremies betaalt, kan een tegemoetkoming (Zulage) ontvangen. De Deutsche Rentenversicherung (DRV) betaalt deze tegemoetkoming voor de premie Wlz en de bijdrage Zvw (Zorgverzekeringswet) die n Nederland betaald zijn. De tegemoetkoming moet met een Duitstalig formulier worden aangevraagd bij de DRV. Dit formulier is te vinden op de volgende webpagina www.grensinfopunt.nl.
Bron: Grensinfo.nl
De Inspectie SZW heeft op haar website in 14 talen vernieuwde informatie opgenomen voor personen die vanuit een EU-lidstaat, EER of Zwitserland komen werken in Nederland. De informatie geeft een korte beschrijving van alle acties die nodig zijn na aankomst in Nederland. Het gaat onder meer over inschrijving, aanvraag BSN en rechten en verplichtingen van werknemers en zelfstandigen en diploma’s.
Bron: http://ow.ly/uxrP304LVyp
Belanghebbende is als Advocaat-Generaal (A-G) in het kader van technische bijstand uitgezonden naar Curaçao en daar aangesteld als A-G. Voor het loon dat hij van Curaçao krijgt geldt in Nederland de objectvrijstelling en kan Nederland dus geen belasting heffen, noch in de heffingsgrondslag begrijpen. De pensioenbijdrage die de A-G krijgt van het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties is wel in Nederland belast. De Hoge Raad is van mening dat de A-G wel verzekerd is in Nederland. Volgens art. 3, lid 2 Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 (BUB) is immers verzekerd de Nederlander, die in dienst is van een publiekrechtelijk rechtspersoon in onder meer Curaçao, mits hij door de Nederlandse overheid is uitgezonden.
Bron: Hoge Raad, 30 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2179
Op grond van art. 14, lid 2, letter b, punt i, VO 1408/71 ( bijzondere regels voor personen in loondienst) is volgens het Gerechtshof en de Hoge Raad belanghebbende verzekerd in zijn woonland België, omdat hij daar een deel van zijn werkzaamheden heeft uitgeoefend. Dat de Belgische RSVZ van mening is dat belanghebbende geen werkzaamheden in het woonland heeft verricht en de SVB zich daar bij aansluit, maakt dit niet anders. Van belang lijkt de Hoge Raad te vinden dat geen sprake is van een onderlinge overeenstemming tussen de RSVZ en SVB als bedoeld in artikel 17 van de Verordening, waarbij in het belang van bepaalde werknemers of bepaalde groepen werknemers een uitzondering op de artikelen 13 tot en met 16 kan worden gemaakt.
Bron: Hoge Raad, 30 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2200
X werkte in 2012 in loondienst op een binnenschip, voornamelijk in het stroomgebied van de Rijn. X stelt dat hij werkte op de schepen Perseus en Orinoco, waarvan de exploitant is gevestigd in België. X kon de rechter echter niet overtuigen dat hij op deze schepen gewerkt had en ook niet dat de schepen waarop hij werkte, geëxploiteerd werden door een Belgische exploitant.Volgens de rechtbank is op X de eerste helft van 2012 de Luxemburgse en de tweede helft van 2012 de Duitse sociale zekerheidswetgeving van toepassing geweest. Daaruit leidt de rechtbank af dat X gewerkt heeft voor een in Luxemburg respectievelijk Duitsland gevestigde onderneming. Op grond van het belastingverdrag met Luxemburg mag Nederland heffen over het inkomen van de eerste helft van 2012. Volgens het belastingverdrag met Duitsland heeft Duitsland weliswaar het heffingsrecht over het loon van de tweede helft van 2012, maar als Duitsland het loon niet belast, mag Nederland heffen. Omdat Duitsland niet geheven heeft, mag dus Nederland heffen. Het hele loon van X is belast in Nederland.
Bron: Rechtbank Den Haag, 26 mei 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:6086.
Auteur: Ger Essers, verbonden aan de Deutsch-Niederländische Gesellschaft zu Aachen (www.dng-aachen.eu)
In Duitsland zijn werknemers verplicht verzekerd voor de Kranken- en Pflegeversicherung (ziektekosten en ziektegeld), de Rentenversicherung (arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden) en de Unfallversicherung (arbeidsongeval en beroepsziekte). Het Duitse stelsel kan gekarakteriseerd worden als een Bismarckstelsel(1), dat wil zeggen dat de sociale zekerheid beperkt is tot werknemers (en gelijkgestelden) en gefinancierd wordt door loongerelateerde premies. Hieronder volgt een korte uiteenzetting.
De Rentenversicherung is een opbouwverzekering. De Unfallversicherung is een risicoverzekering. Beide laatste verzekeringen zijn verplicht voor elke werknemer. Voor de Kranken- en Pflegeversicherung geldt dat men bij een inkomen hoger dan € 4.687,50 per maand zich particulier dan wel vrijwillig kan verzekeren. De Duitse sociale premieheffing is paritätisch. Werkgever en werknemer betalen gelijke premiepercentages. Voor de Unfallversicherung geldt dat de werkgever de premies alleen afdraagt.
In dit artikel ligt de nadruk op uitkeringen (Geldleistungen) in verband met ziekte. Aan Unfallverhütung (Prävention) en re-integratie-maatregelen (Reha-Maßnahmen) wordt geen aandacht besteed. Dit ondanks het feit dat ’Rehabilitation geht vor Leistung’ een zeer fundamenteel uitgangspunt is in het Duitse sociaalzekerheidsstelsel.