De individuele pensioenvoorziening van de grensoverschrijdend mobiele werknemer vanuit Belgisch, Duits en Nederlands perspectief (deel III)

Stefan Bemelmans Geschreven door 16-09-2021

Auteurs: mr. S.H.W.A. Bemelmans, mr. drs. P.J.T. Mertens en mr. S.P.M. Kramer, respectievelijk als promovendus verbonden aan het Expertisecentrum ITEM/Universiteit Maastricht en de Law, Tax & Business Unit van de Universiteit Hasselt (stefan.bemelmans@maastrichtuniversity.nl/stefan.bemelmans@uhasselt.be), wetenschappelijk coördinator bij het Expertisecentrum ITEM en als promovendus verbonden aan Universiteit Maastricht (pim.mertens@maastrichtuniversity.nl) en als promovendus verbonden aan het Expertisecentrum ITEM/Universiteit Maastricht (sander.kramer@maastrichtuniversity.nl)

In de afgelopen twee delen van de Pensioenreeks is ingegaan op de diverse pensioenvoorzieningen in de eerste en tweede pensioenpijler in België, Duitsland en Nederland.(1) Daaruit zijn de systeemverschillen alsook juridische verschillen ten opzichte van het wettelijk en aanvullend pensioen gebleken. In dit derde deel van deze Pensioenreeks zal nader worden ingegaan op de individuele pensioenvoorziening en de adequaatheid van de pensioenvoorziening. Wat is een adequaat pensioen? Is de eerste en de tweede pensioenpijler daartoe voldoende en zo niet, welke opties staan open om privaat bij te sparen? Volgens het vaak aangehaalde en veel gebruikte multi-pillar model van de Wereldbank wordt hierbij gewezen op de zogenoemde derde pensioenpijler: de private, vrijwillige pensioenvoorziening. Deze bijdrage zal op deze vragen ingaan. Daarbij zal eerst het begrip adequaatheid worden toegelicht vanuit internationaal en nationaal perspectief. Daarna zal de vormgeving van de derde pensioenpijler worden toegelicht. Hierbij wordt hetzelfde uitgangspunt gehanteerd zoals in de voorgaande delen omschreven. Ook in deze bijdrage zal blijken dat het (fiscaal) pensioenrecht mede vanwege het samenspel tussen Europese, internationale en nationale wet- en regelgeving een dynamisch en complex rechtsgebied is. Wederom rondom de thema’s van dit deel, is binnen de Europese Unie geen sprake van een zogeheten taxonomie van pensioensystemen. De inrichting van het nationale pensioensysteem is immers een aangelegenheid van de lidstaten; waar de Europese Unie een bevoegdheidsgrond mist om te kunnen interveniëren. Dit geldt in gelijke zin voor de fiscale behandeling van (individuele) pensioenen waarbij de fiscale soevereiniteit van de lidstaten en het unanimiteitsbeginsel leidend zijn. Wel bestaan Europese initiatieven, waarmee kort afgesloten zal worden.

Voor deze inhoud dient u in te loggen.

Wilt u meer lezen en altijd op de hoogte zijn van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van grensoverschrijdend werken? Sluit een abonnement af. Heeft u al een abonnement, dan kunt u uiteraard inloggen.