Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft uitspraak gedaan in een procedure van een inwoner van België die diverse Nederlandse pensioenuitkeringen ontvangt. De vraag in casu ziet op de wijze van interpretatie van artikel 18, lid 2 verdrag Nederland-België en dan met name de vraag hoe de passage ‘indien en voor zover’ moet worden gelezen in relatie tot de Nederlandse fiscale facilitering gedurende de pensioenopbouw.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 12 mei 2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:2834
Voor de volledige inhoud dient u in te loggen
Wilt u meer lezen en altijd op de hoogte zijn van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van grensoverschrijdend werken? Sluit een abonnement af. Heeft u al een abonnement, dan kunt u uiteraard inloggen.
Sluit een abonnement af