A, inwoner van België, is werkzaam op een schip waarvan de werkelijke leiding in Luxemburg is gevestigd. De vraag die in casu centraal staat is of A recht heeft op voorkoming van dubbele belasting. De Rechtbank van eerste aanleg (Antwerpen) stelt in casu vast dat de werkzaamheden van A zijn uitgevoerd op een schip dat actief is in het internationaal verkeer. Bijgevolg is art. 15, lid 3 van het verdrag België-Luxemburg van toepassing en komt het heffingsrecht over de internationale werkzaamheden van A toe aan Luxemburg. A heeft zodoende recht op voorkoming van dubbele belasting in België aldus de rechtbank
Bron: Rechtbank van eerste aanleg (Antwerpen), afdeling Antwerpen, Kamer AFi1, 26 april 2024, 23/634/A
Voor de volledige inhoud dient u in te loggen
Wilt u meer lezen en altijd op de hoogte zijn van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van grensoverschrijdend werken? Sluit een abonnement af. Heeft u al een abonnement, dan kunt u uiteraard inloggen.
Sluit een abonnement af