Belanghebbende ontving AOW uit Nederland en werkte als zelfstandige in zijn woonland België. De Belgische instantie moet de verzekeringsrechtelijke positie bepalen. Deze stelde ten onrechte middels het E-108-formulier vast dat België geen prevalerend recht had. Het CAK moet de Belgische vaststelling volgen en de verdragsbijdrage vaststellen.
Bron: Rechtbank Amsterdam, 15 maart 2017, ECLI:NL:2017:1622