De bepaling voor overheidspensioenen (art. 19, par. 2) ziet alleen op pensioenen opgebouwd in een publiekrechtelijke dienstbetrekking. Niet relevant is wie het pensioen uitbetaalt. Het zesde lid van art. 18 ziet op dezelfde dienstbetrekking waarin men werkte op het moment van arbeidsongeschikt worden. Als het zesde lid niet van toepassing is, is de hoofdregel van lid 1 van toepassing.
Bron: Hof van Cassatie, 19 april 2017, F.16.0062.N.