A en B, de ouders van belanghebbende X, zijn in 1989 geëmigreerd naar Spanje. A wordt in 2010 ziek en komt met B naar Nederland om te herstellen. Ze schrijven zich in in de gemeentelijke basisadministratie (GBA). B overlijdt in 2011 en A enige tijd later. X krijgt een Nederlandse aanslag successierecht opgelegd. X is het met de aanslag niet eens. Volgens X woonden A en B in Spanje op het moment van overlijden.
De rechtbank is van mening dat A en B op het moment van overlijden inwoners van Nederland waren. In Nederland lag het duurzame middelpunt van de persoonlijke levensbelangen. Daarbij achtte de rechtbank van belang: de inschrijving in het GBA, een gehuurd appartement voor onbepaalde tijd in Nederland, in Nederland wonende kinderen en dat een deel van de huisraad en persoonlijke bezittingen van Spanje naar Nederland waren overgebracht.
Bron: Rechtbank Noord-Holland, 16 september 2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:7553.
Voor de volledige inhoud dient u in te loggen
Wilt u meer lezen en altijd op de hoogte zijn van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van grensoverschrijdend werken? Sluit een abonnement af. Heeft u al een abonnement, dan kunt u uiteraard inloggen.
Sluit een abonnement af