Kan met vrucht een nieuw verzoek tot (voortgezette) toepassing van de 30%-regeling worden gedaan voor een andere periode dan die waarvoor eerder een verzoek is gedaan dat is gehonoreerd? A-G Pauwels meent dat het cassatieberoep van belanghebbenden gegrond is.
Bron: Hoge Raad, 29 maart 2024, ECLI:NL:PHR:2024:350
A is niet uit een ander land aangeworven. A was ook niet twee derde van de periode van 24 maanden voorafgaande aan zijn tewerkstelling in Nederland woonachtig verder dan 150 km van de grens. A geeft geen recht op toepassing van de 30%-regeling.
Bron: Rechtbank Den Haag, 23-01-2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:714
A, maakt gebruik van de 30%-regeling, maar kan niet aangemerkt worden als een partiële buitenlandse belastingplichtige. Die regeling is niet van rechtswege van toepassing. Een keuze voor de regeling is vereist.
Bron: Hoge Raad, 5 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:543
A, uit India, heeft gestudeerd in België. Tijdens het zoekjaar afgestudeerden heeft hij in Nederland verblijf gehad en gewerkt via een uitzendbureau. Onder meer dit duidt op inwonerschap, waardoor geen recht bestaat op de 30%-regeling.
Bron: Rechtbank Den Haag, 23 januari 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:714
Er is een questionnaire voor expats ontwikkeld over extraterritoriale kosten, incl. de 30%-regeling. De evaluatie moet medio 2024 zijn afgerond, zodat bij de Belastingplannen 2025 rekening kan worden gehouden met het onderzoek.
Bron: SEO, 25 maart 2024
Met ingang van 2019 is de looptijd van de 30%-regeling verlaagd van 8 naar 5 jaar. Het overgangsrecht gaf geen volledige eerbiediging voor bestaande situaties. Volgens de rechtbank mocht de wetgever het overgangsrecht beperken.
Bron: Financieel Dagblad, 20 maart 2023
Auteurs: Henk Amorison en Kevin Dam, beiden zijn Tax consultant bij Hillbrook Expatriate Tax Solutions (henk@hillbrook.nl en kevin@hillbrook.nl)
Als het gaat om de 30%-regeling, is het lastig nog door de bomen het bos te zien. Niet alleen om te weten wanneer iemand ervoor in aanmerking komt, maar ook om te begrijpen welke (overgangs)regeling op werknemers van toepassing is. Zo’n 10 jaar geleden hebben we de 30%-regeling van 2012 in één stroomschema proberen te vangen. Nu, met de vele wijzigingen en overgangsregelingen, doen we een nieuwe poging. Deze keer hebben we daar vier stroomschema’s voor nodig. Middels de stroomschema’s kun je beoordelen óf en wanneer een ingekomen werknemer wel of niet in aanmerking kan komen voor de 30%-regeling of de 30/20/10-regeling, al dan niet met een gemaximeerde grondslag te maken krijgt en mét of zónder te kunnen opteren voor de zogenoemde ‘partiële buitenlandse belastingplicht’ in de aangifte inkomstenbelasting. In deze editie van het vakblad lichten we stroomschema 1 en 2 toe, in het komende nummer volgen stroomschema 3 en 4.
Als een werknemer met de 30%-regeling gewisseld is van werkgever en enige tijd niet gewerkt heeft, is geen sprake van een onderbreking voor het overgangsrecht van toepassing voor de aftopping en versobering van de 30%-regeling en de afschaffing partiële buitenlandse belastingplicht.
Bron: Belastingdienst Kennisgroepen, 13 februari 2024
W verblijft tijdelijk om studieredenen in Nederland. Na de studie neemt W een bijbaantje. Een dag later gaat zij een andere arbeidsovereenkomst aan en verzoekt toepassing van de 30%-regeling. De bijbaan staat aan de toepassing van de 30%-regeling in de weg.
Bron: Gerechtshof Amsterdam, 23 januari 2023, ECLI:NL:GHAMS:2024:179
Als de 30%-regeling wordt aangevraagd met een verkorte looptijd, dan wordt gekort aan de achterkant voor de toepassing van de verlaagde percentages. Bij een wisseling werkgever wordt gekort aan de voorkant. Als het percentage wijzigt gedurende een loontijdvak, dan moeten de percentages tijdsevenredig toegepast worden.
Bron: Belastingdienst Kennisgroepen, 1 februari 2023, KG:041:2023:2, 3 en 4