Auteur: mr. M.H. Duijker, werkzaam als loonheffingenspecialist bij Govers Accountants/Adviseurs te Eindhoven (duijker@govers.nl)
Als een werknemer wordt benaderd door zijn werkgever om in het buitenland te werken, komt een werknemer voor allerlei vraagstukken te staan. Hoe gaan we het thuis doen? Past het wel in mijn carrièrepad? En, ook niet onbelangrijk, wat levert het mij op? Nadat alles is overwogen en de spreekwoordelijke seinen op groen staan, komen vaak de minder leuke aspecten van praktische aard de hoek om kijken. Afhankelijk van de situatie kan een van die aspecten zijn: het moeten bijhouden van het werkpatroon. Klinkt makkelijk toch? Helemaal als de adviseur van de werkgever ook nog een gelikte ‘travel calendar’ ter beschikking stelt die de werknemer alleen maar hoeft in te vullen. Praktijkervaring en de nodige jurisprudentie over het fenomeen ‘dagen tellen’, laten echter zien dat tellen soms helemaal niet zo makkelijk is, hoe gek dat ook mag klinken. Nu het jaar op zijn eind loopt en menig werkdagenoverzicht op korte termijn moet worden ingediend bij de werkgever, neem ik in deze bijdrage de spelregels en recente jurisprudentie rondom het dagentellen bij grensoverschrijdend werken door.
Auteurs: C.M.M.P. (Clément) Dartevelle LL.M en A. (Rianne) van Halem-van der Linden MSc. Respectievelijk gecertificeerd ITAA-belastingadviseur, werkzaam als Executive Director bij EY Tax Consultants BV (clement.dartevelle@be.ey.com) en werkzaam als Senior Manager bij EY Belastingadviseurs BV (rianne.van.halem@nl.ey.com)
In maart 2024 verscheen het rapport ‘Thuiswerkregelingen voor grensarbeiders’. Hierin concludeerden wij dat de doorgerekende thuiswerkregelingen meestal een negatief effect hebben op het nettoloon van de belastingplichtige. Enigszins onderbelicht is echter of de beoogde thuiswerkregelingen ook effectief zullen zijn voor het bereiken van het doel om de administratieve lasten voor thuiswerkende grensarbeiders te verlichten. In dit artikel willen we hier verder op ingaan. We focussen ons daarbij op het belastingverdrag tussen Nederland en België en we beperken we ons tot grensarbeiders tussen België en Nederland. Eerst bespreken we wat de (extra) administratieve lasten zijn voor grensarbeiders en waardoor ze worden veroorzaakt. Vervolgens stellen we ons de vraag of de potentiële thuiswerkregelingen deze administratieve lasten zullen verminderen. Ten slotte komen we met enkele denkrichtingen om de effectiviteit van thuiswerkregelingen te vergroten.
Auteur: Mr. Luc Mourmans, werkzaam als Senior Expert Belastingadvies bij Newtone Belastingadviseurs B.V.
Met dank aan wettelijke verlofregelingen en eigentijdse arbeidsvoorwaarden heeft de gemiddelde werknemer tegenwoordig minimaal recht op 15 weken (volledig) doorbetaald verlof rond de geboorte en zorg voor zijn of haar kind. De regels over ouderschapsuitkeringen op grond van de Wet arbeid en Zorg (WAZO) zijn de afgelopen jaren sterk uitgedijd. Voor werkgevers en payrollprofessionals is de materie in de loop der jaren ontzettend ingewikkeld geworden. De gevolgen voor grenswerkers die een beroep doen op een ouderschapsuitkering blijven zoals vaak onderbelicht. Dit terwijl het financiële belang sinds de uitbreiding van het betaalde verlof is toegenomen. In dit artikel bespreek ik in vogelvlucht de belangrijkste aandachtspunten voor grenswerkers bij loonbetalingen en uitkeringen die voortvloeien uit ouderschapsverlofsoorten op grond van de Nederlandse WAZO.
Auteur: mr. Mischa Gerardu-Houben, fiscaal jurist; dit artikel is geschreven in het kader van haar rol bij SOFI-expertise.
In dit vakblad hebben we eerder aandacht besteed aan de uitleg die de Nederlandse belastingdienst geeft aan het overheidsartikel in de belastingverdragen. Doordat de Nederlandse uitleg afwijkt van de interpretatie van andere verdragsstaten kunnen er situaties van dubbele belastingheffing ontstaan. Inmiddels is er uitspraak in hoger beroep in twee rechtszaken waarin de uitleg van het overheidsartikel in geschil was en de Rechtbank Zeeland-West-Brabant de belastingdienst eerder in het ongelijk stelde. Eind vorig jaar heeft het Gerechtshof in ’s-Hertogenbosch twee uitspraken gedaan over de interpretatie van het overheidsartikel in belastingverdragen. Eén uitspraak ziet op het belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland, de andere uitspraak heeft betrekking op het belastingverdrag met de Verenigde Staten.